De strijd tussen mens en zee heeft verschillende sporen achter gelaten in Nederland. Op sommige plaatsen verdwenen de getijden en veranderden zoutwatergebieden in zoetwatergebieden. Na de bouw van de Philipsdam is de Kramer-Volkerrak binnen een korte tijd veranderd in een zoet binnenmeer. Dit betekent dat de getijden voor Hellegatsplaten en Ventjagersplaten waren verdwenen. Na het uitspoelen van de zoutlaag begon de natuur dankbaar gebruik te maken van het zout, zoet, de natte en droge klei en van droog zand om het gebied vorm te geven. Het zoutvrije gedeelte vormde een struweel van wilgen, elzen, berken en duindoorns. Omdat klei zout vasthoudt, zijn er op sommige plekken zoutminnende planten blijven groeien zoals zeeaster en zeekraal.